


|
 |
|
COVID-19 BIJ EEN KAT IN BELGIË
Naar aanleiding van het positieve geval van Covid-19 bij een kat in België is een eerste reeks vragen/antwoorden opgenomen in de FAQ "Corona" van de website van het Agentschap
http://www.favv.be/professionelen/publicaties/mededelingen/covid19/dieren.asp onder tabblad “Dierenartsen”
Algemene aanbevelingen voor huisdieren zijn ook opgenomen onder het tabblad "Huisdieren".
We raden u aan deze FAQ regelmatig te raadplegen, die regelmatig zal worden uitgebreid en bijgewerkt indien nodig.
U vindt hieronder informatie over deze zaak en onderaan de pagina een directe link naar de spoedraadgeving van het Wetenschappelijk Comité over deze zaak.
De overheden werden op de hoogte gebracht door de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit van Luik dat viraal RNA van het SARS-CoV2 virus (Covid-19) is gevonden in de ontlasting en het braaksel van een kat met klinische tekenen van spijsverterings- en luchtwegaandoeningen.
Een productieve infectie is niet aangetoond, maar wordt wel vermoed. Om praktische redenen is er nog geen serologisch onderzoek uitgevoerd.
Deze kat leefde in afzondering na een positieve diagnose van SARS-CoV2 van de eigenares. De kat werd 1 week nadat de eigenares terugkwam uit Italië ziek. Hij vertoonde klinische symptomen (anorexia, diarree, braken, hoesten en oppervlakkige ademhaling) die compatibel zijn met een klassieke pathologie voor een coronavirus infectie (ademhaling- en/of spijsverteringssymptomen). De kat testte positief op het SARS-CoV2 virus in opeenvolgende monsters van feces en maagsap. De positieve PCR-resultaten werden bevestigd door middel van sequenering. Negen dagen na aanvang van de klinische symptomen vertoonde de kat een betere algemene toestand (Giet en Desmecht, 2020).
Advies van het Wetenschappelijk Comité (Extract)
Op vraag van de Risk Assessment Group (crisisbeheerder in België) van 19/03/20, heeft het FAVV een spoedraadgeving gevraagd aan het onafhankelijke Wetenschappelijk Comité ingesteld bij het FAVV.
Het Wetenschappelijk Comité heeft nota genomen van de gemelde verdachte gevallen van detectie van SARS-CoV2 virus bij huisdieren (2 honden in Hongkong en 1 kat in België).
Op basis van de aangebrachte elementen acht het Wetenschappelijk Comité het risico van besmetting van het dier door de mens gering.
Wat het risico van besmetting van mensen door dieren betreft, is het Wetenschappelijk Comité met de huidige gegevens niet in staat om het risico in te schatten. Zij is echter van mening dat dit risico verwaarloosbaar is in vergelijking met het risico voor de mens van besmetting door overdracht van mens op mens.
Aanbevelingen van het Wetenschappelijk Comité (Extract)
Gezien de waarschijnlijke toename van het aantal gevallen van SARS-CoV2 virusinfectie bij de mens beveelt het Wetenschappelijk Comité aan om de huisdieren die in de buurt van met SARS-CoV2 virus geïnfecteerde patiënten verblijven niet in een quarantaine verblijf te plaatsen maar om ze in de woonplaats van de eigenaar te houden zodra bekend is dat ze geïnfecteerd zijn. Indien de geïnfecteerde eigenaar in het ziekenhuis dient te worden opgenomen raadt het Wetenschappelijk Comité aan om de huisdieren te laten verzorgen door een naaste kennis of familielid die met de geïnfecteerde persoon samenleeft. Het is mogelijk dat de infrastructuur en de beschermingsmiddelen voor het toezichthoudende personen niet beschikbaar zijn. In het geval dat een geïnfecteerde persoon thuis wordt gehouden, beveelt het Wetenschappelijk Comité aan dat een andere persoon van het gezin voor het dier zorgt en beveelt zij aan om het contact tussen het huisdier en de patiënt tot een minimum te beperken.
Ook beveelt het Wetenschappelijk Comité niet aan om verdachte huisdieren te testen totdat de diagnostische mogelijkheden drastisch zijn vergroot.
In de huidige stand van kennis sluit het Wetenschappelijk Comité de toepassing van euthanasie bij gezelschapsdieren van patiënten besmet met het SARS-CoV2 virus uit.
De afwezigheid van symptomen bij de 2 besmette honden en de verbeterde gezondheidstoestand van de kat pleiten, hetzij, voor een asymptomatische drager, hetzij, voor een niet-dodelijke infectie van het gezelschapsdier. Dezelfde opmerkingen werden destijds gemaakt tijdens de uitbraak van SARS-CoV virus, een verwant virus. De omgevingsbesmetting van een woonplaats door een gezelschapsdier dat drager of uitscheider is van SARS-Cov2 virussen zal plaatsvinden in de context van de bewoning door een geïnfecteerde patiënt die het virus eveneens uitscheidt. Deze uitscheiding van het virus door het dier draagt bij aan het reeds bestaande risico van directe en indirecte besmetting van de omgeving door de geïnfecteerde patiënt.
Het Wetenschappelijk Comité beveelt echter aan dat huisdieren van patiënten positief voor het SARS-CoV2 virus zoveel mogelijk worden binnengehouden en dat contact met hen zoveel mogelijk wordt vermeden. Het Comité dringt erop aan dat een dergelijke inperking alleen betrekking heeft op woningen waar een patiënt vanwege Covid19 geïsoleerd is en dat zij de gezondheid en het welzijn van het dier moet respecteren (bv. door het uitlaten, met inachtneming van de regels voor het respecteren van sociale afstand, van de hond die binnengehouden wordt in een appartement). Het Comité raadt ook aan, zowel voor de huisdieren van patiënten die besmet zijn met Covid-19 als voor elk ander huisdier, om de klassieke hygiëneregels te respecteren die het eventueel risico op eender welke zoönose verminderen: vermijd nauw contact met uw gezelschapsdier, vooral ter hoogte van het aangezicht, was uw handen met zeep na elk contact met een huisdier en vooral na het schoonmaken van de kattenbak of de eetkom, verwijder de fecaliën van de hond tijdens de wandeling.
Link publicatie van het advies van het wetenschappelijk comité : http://www.favv.be/wetenschappelijkcomite/adviezen/2020/_documents/Spoedraadgeving04-2020_SciCom2020-07_Covid-19gezelschapdieren_27-03-20.pdf
|
|
|
|